Artsen en onderzoekers praten al jarenlang over wat autisme nu precies is. Hoe we tegen autisme aankijken verandert ook. Kenmerken die tien jaar geleden typisch voor autisme waren, zijn dat nu bijvoorbeeld veel minder. Autisme herken je aan kenmerken op twee gebieden:

 

1. Hoe je met anderen omgaat

Als je om je heen kijkt, zie je andere mensen makkelijk met elkaar omgaan. Als je autisme hebt is dat vaak veel lastiger. Praten om gewoon wat te kletsen, zonder het echt ergens over te hebben? Dat kan een hele opgave zijn. Ook kun je uitdrukkingen heel letterlijk nemen, waardoor je niet meteen snapt wat iemand bedoelt.

Je vindt het lastig om aan iemands gezicht te kunnen zien hoe die zich voelt. Net zoals je je moeilijk kunt voorstellen hoe anderen zich voelen. Die kunnen daardoor denken dat jij helemaal geen interesse voor ze hebt, of geen rekening met ze houdt. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Dat maakt het praten en omgaan met andere mensen lastig.

2. Hoe je je gedraagt

Als je ASS hebt, ben je vaak heel nauwkeurig met dingen bezig. In het dagelijks leven heb je soms moeite om informatie te verwerken. Omdat andere mensen dingen zeggen of doen op een manier die voor jou niet logisch is.

Sommige onderwerpen vind je zo interessant, dat je bijna nergens anders aan kunt denken. Houd je bijvoorbeeld van aardrijkskunde, dan kun je uren in de atlas bladeren totdat je alle landen en hun hoofdsteden kent. Of je bent dol op honden, je weet er bijna alles van en wilt over bijna niets anders praten.

Andere dingen herhaal je juist steeds. Dat kunnen kleine bewegingen zijn, zoals het wiebelen met je voeten. Maar het kunnen ook woorden of zinnen zijn, die je vaak opnieuw zegt. Ook vind je het vaak prettig als dingen in een bepaalde volgorde en op vaste momenten gebeuren. Dit herhalen kan ervoor zorgen dat je je rustiger voelt.

 

Kenmerken van ASS

Er zijn geen twee mensen hetzelfde. Dat geldt ook voor mensen met ASS. Wel heb je vaak meerdere van de volgende kenmerken:

  • Je hebt moeite met het omgaan met andere mensen.
  • Je bent voor sommige prikkels heel gevoelig, voor andere juist niet.
  • Je gaat helemaal op in dingen die je interessant vindt.
  • Je kunt je niet makkelijk in anderen verplaatsen.
  • Je houdt niet van onverwachte veranderingen.
  • Je herhaalt sommige dingen vaak.
  • Je herkent snel patronen.

 

Bron: Hersenstichting